De Vlaamse winter, de strengste in veel jaren, schuift op naar zuidelijker gebied. Onze aannemer, samen met de rest van al wat bouwt, kijkt tegen oeverloze achterstanden aan. Het vriesverlet bleek van algemeen belang en op een trage dag raakte het zelfs een keertje als een hoofdpunt in het nationaal journaal. Is het toeval? Nu we na jaren aarzelen toch aan het verbouwen zijn, moeten er oude kouderecords gebroken. Maar ook als het traag gaat, gaat het vooruit. De ruwbouw, een paar weken later dan gehoopt, is officiëel afgewerkt. De torenkraan die de winter lang de halve straat blokkeerde wordt straks ontmanteld en elders opgebouwd. Samen met de lente over naar een tweede fase.
Van alle gevreesde problemen en organisatorische chaos zijn we tot op heden grotendeels gespaard gebleven. De architect en aannemer vullen hun rol met de nodige toewijding in. Ze verwittigen indien er plannen moeten bijgestuurd, verschijnen op gemaakte afspraken en volgen onze vragen op. Ze zijn ook duidelijk op elkaar ingespeeld. Dat blijkt telkens weer opnieuw tijdens de werfvergaderingen waar maar weinig woorden nodig zijn om de aangebrachte aandachtspunten weg te werken. Misschien mis ik de helft van al wat verkeerd gaat. Als leek zonder ambitie is dat niet onwaarschijnlijk. In deze is "zalig zijn de armen van geest" alvast van toepassing. Niet dat ik niet af en toe verbaasd sta toe te kijken. Zo is de afvoer voor de wasmachine aan ieders aandacht ontsnapt en moet er straks door een laag kakelvers gewapend beton geboord. Het waswater wordt dan afgevoerd onder het vals plafond boven de eettafel. Creatief, maar het stond alvast niet op enig plan waar ik naar kijken kon. Verder lijkt het alsof we zelf af en toe de aandacht op toch niet onbelangrijke zaken moeten vestigen Een deurbel ook misschien? En graag verluchting en verwarming in de badkamer, zodat we straks niet vervagen in de waterdamp of vastvriezen bij het tanden poetsen.
Het meeste stond ik nog te kijken toen de aannemer zich afvroeg of het nieuwe achterhuis wel voldoende fundament zou vinden. De nieuwe steunmuur kwam te staan op een eeuwenoud gewelf waarvan niemand echt zeker was of het die last wel dragen wou. De bouwtechniek van weleer laat zich niet in de standaard software van vandaag modelleren, dus daar wou niemand aan gaan rekenen. Uit voorzorg werd er in de kelder dan maar een steunmuurtje onder het gewelf gebouwd. Terwijl onze architect-ingenieur het hele huis uitcijfert om de dikte van beton op millimeters na te bepalen staat het hele huis straks gestut op een hoopje geïmproviseerde bakstenen de eeuwigheid te trotseren. Ik maak me er maar niet teveel zorgen om. Ze leken er wel vertrouwen in te hebben en ook al omdat Guy er geen graten in zag. "Het kan toch nergens heen", was zijn "gerustellend" commentaar.
Guy is de ploegbaas van de ruwbouwploeg. Ergens in de vijftig en van zijn veertien aan de slag in al wat met bouwen heeft te maken. Hij kan muren metselen, tegels leggen, vloeren chappen, balken steken, muren bezetten en vooral, als één van hen, de ploeg in de juiste richting duwen. Hij heeft het allemaal wel al een keer gezien. Intelligent en inzicht. Handig en toegewijd. "Zo komen ze niet meer," liet de aannemer onlangs wat weemoedig vallen. Al wie wat verstand heeft gaat studeren. Wie nog metselen wil vandaag, doet dat veelal zonder hoofd en nog minder met betrokkenheid. Zonder iemand om de zaak te leiden in de buurt gaat het dan al snel de verkeerde kant op. Wat volgt is een geanimeerd gesprek tussen architect en aannemer over hoe het bouwvak een kwalijke reputatie zou hebben en wat daar dan wel aan gedaan kon worden. Maar het besluit is toch ook dat bouwvakker zijn best hard is. Dat met wat keuze, iedereen zijn kroost toch liever verder op de diplomaladder zag doorschuiven. Om de dag te slijten lijkt een toetsenbord en scherm te verkiezen boven sloophamer en betonmolen. Of het anders zou gaan indien de verloning bijgestuurd zou worden?
Vreemd hoe die ervaren bouwvakker in geen enkel opzicht op mijn vader lijkt en me toch aan hem doet denken. Ik vermoed dat veel dingen in de wereld werken dankzij mensen zoals hen. Verstandig met talent en met van nature uit een oorpronkelijke drang om bij te dragen zonder zelf van te hoog te willen sturen. Van de schoolbanken weggehouden omdat het financieel niet haalbaar was of omdat de doorgegeven arbeiderstraditie het maar broekverslijten vond. Met hun handen in de aarde en het hoofd op mensenhoogte slagen ze erin om uit de soms wereldvreemde dromen die hen van bovenaf worden opgedragen iets wezenlijks te scheppen. De mannen die de gas doen branden? En wie neemt straks die rol van hen over nu verder studeren de norm is geworden?
Met de lente staat de meiboom op het dak en het overgrote deel van breken en beton storten ligt voor zover ik weet achter ons. Wat komt wordt lastiger dat kan haast niet anders. Er is teveel volk bij betrokken elk met een eigen agenda om niet voor spraakverwarring te gaan zorgen. Maar tegen alle verwachtingen in vond ik het eerste deel verbouwen een aangename ervaring. Het breekt de dagelijkse routine wat, terwijl de voorspelde ellende tot nog toe achterwege bleef.
Ik volg het graag. Hoe vanop een buitenmaats onhandelbaar stuk papier onze nieuwe thuis langzaam uit zijn as herrijst.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten