zondag 24 januari 2010

Aarzelende start

Wie verbouwen wil kan maar beter zeker zijn van wat hij wil. In ons geval bleef het daar al 'even' haperen. Met verbouwen wordt de stadstuin niet plots het halve park waar zij weemoedig van bleef dromen. En zelf ben ik altijd wel wat aan het twijfelen. De verhalen van bekenden die ons waren voorafgegaan motiveerden niet. Al naargelang, zo gingen de geruchten, word je gerold door gewiekste opportunisten of wacht je eeuwig op die laatste met zijn ladder die nog ergens een stuk muur zou afwerken. Alsof al wie zich laat betalen om te bouwen of verbouwen al naargelang bij de maffia of ambtenarij in de leer was gegaan. Wij, daar was ik zeker van, werden gegarandeerd een makkelijke prooi voor die havikken en gepattenteerde uitstellers.

En er moet zoveel gekozen en beslist. Kiezen - kan een mens ooit kiezen denk ik soms - is niet mijn ding. Enerzijds maakt het me vooraf niet uit of het donkergrijze dan wel donkerblauwe tegels worden of waar de koelkast in de keuken komt. Tegelijkertijd zijn er huizen die wat harmonischer met mijn binnenkant resoneren dan andere en het maakt wel degelijk uit in dagelijks gemak waar die koelkast komt. Zonder mening ben ik achteraf dan ook weer niet.

Verder was er nood aan actie. Tien jaar leven en een hallucinant vochtprobleem hadden ondertussen hun tol geeist. Een parket die wou aantonen dat de kromming van de aarde geen verzinsels is door ze uitvergroot in huis te projecteren en de muurbezetting die enkel nog bleef zitten omdat er tien jaar eerder handig glasvezelbehang was opgeplakt.

Een jaartje nadat de eerste keer het woord verbouwing was gevallen, volgde de beslissing. We bleven wonen waar we woonden maar niet zonder opknapbeurt. Expertise begint bij de architect. Een eerste exemplaar, een vriendelijke ongetwijfeld getalenteerde versie bleek ons getwijfel te willen evenaren met onzekerheid. Hoe het constructief moest was toch vooral voor de ingenieur of aannemer en verder werd de creativiteit beknot door de muren van de buren en onze aarzeling om ook die delen van het huis te slopen waar we niet aan wilden raken. Een jaartje verder, en een volgende architect werd het wat concreter. De tweede versie bleek pragmatischer en met meer zin voor initiatief zodat het 'dossier' en wij bezig bleven. Zes maanden later viel de goedgekeurde bouwvergunning dan toch in onze op die manier gedoemde brievenbus.

In volle crisis, zo dachten we, wordt het vinden van een aannemer een lachertje. Er moeten vast zaakjes te doen zijn met al die naar werk snakkende bouwbedrijven. In de praktijk leek dat minder vanzelfsprekend. De architect gaf plots afwezig bij het maken van het gedetailleerd bestek. Even leek het alsof hij net als de eerste versie architect in een vreemdsoortige inerte apathie vervallen was. Tegelijkertijd hoorden we roddels over persoonlijke problemen van die trouwens immer vriendelijke man. Het is natuurlijk onzin om aan roddels geloof te hechten en nog stommer om daar dan ook verbanden aan te koppelen. Maar of het ons tegenhield dat toch te doen en het gebrek aan vooruitgang ten dele aan die vervelende onbevestigde situatie toe te schrijven? Verder bleek er geen aannemer te zitten wachten op onze verbouwing. Er kwam nauwelijks reactie op de prijsaanvragen.

Uiteindelijk, en veel later dan verwacht lagen er twee voorstellen ter tafel. Daar zit je dan als leek. Twee offertes, een pagina of vier vol met werkzaamheden en prijzen waar je nauwelijks wat van begrijpt, en een eindbedrag dat het grootste deel van onze voorzichtig opgebouwde financiƫle reserves naar het spaargeld hiernamaals verdoemt. En of het volledig is, hoe zouden wij dat weten? Misschien zat er wel geen dak mee ingerekend. Uiteraard is het aan de architect om zoiets voor je uit te maken, maar met twee moeizaam verkregen offertes en een ereloon dat rechtstreeks berekend wordt op het bedrag onderaan die offertes blijf je toch al snel met een onbestemd gevoel zitten. Hoe zouden wij weten of er niet wat euros extra op al die bedragen zat die aannemer en architect netjes onder elkaar verdeelden. Of waren we paranoia?

Met het verstand op nul werd uiteindelijk ook de overeenkomst met de aannemer afgesloten. De werken die eerst na het zomerbouwverlof zouden starten werden uitgesteld naar oktober. Nog wat verder zou de slopershamer pas na het winterbouwverlof het leven van onze buren voor een paar weken gaan verpesten.

Van een trage moeizame start gesproken.

2 opmerkingen:

  1. In 2010 wordt het allemaal beter. Eens vrieskou getrotseerd, zijn de werkmannen niet meer te stuiten. Huis binnen de korste keren gehalveerd, het kan alleen maar beter gaan.

    BeantwoordenVerwijderen