dinsdag 29 juni 2010

Drempelgeest

Tussen oud en nieuw was een vergeten drempel blijven liggen. Een stuk parket van vijftig jaar of ouder. Indertijd gelegd om de eeuwigheid te verschalken, maar ook toen, dat blijkt vandaag, was eeuwigheid een illusie. Ooit was het een prachtig stuk vakmanschap, vormde het een naadloze aansluiting tussen de voor- en achterkant van het huis. De deur tussen de twee delen pastte er netjes over. Vooraan voor de heer en vrouw des huizes, achteraan het klootjesvolk. Een drempel tussenin om iedereen zijn plek te tonen.

Een vochtprobleem waarvan de details mee in het graf van de vorige bewoners zijn verdwenen, zette het verval in gang. Onder druk van de zwaartekracht, de houtonvriendelijke natte omgeving en geheel volgens zijn natuur, ging het plooien. Omdat nat hout nu eenmaal plooit en plooien zoveel minder herrie maakt dan breken. Sindsdien was de drempel een struikelblok geworden. Lag hij een centimeter hoger dan de voorste kamer en verhinderde de deur het sluiten. Die bolle vloer en koppige deur waren jaren terug de aanleiding om aan verbouwen te gaan denken. Het idee om dan maar meteen het hele huis erboven mee de schroothoop op te jagen werd ons later ongewild maar indringend ingefluisterd door die immer vermoeiende arrogante dadendrang. Alsof modern zijn enkel met gedoe kan samenhokken in een zelfde mensenhoofd.

Toen het overgrote deel van de bolle vloer en het huis erboven waren afgebroken en terug rechtgezet, kwam vanonder de tijdelijke houten beschermingsmuur onverwacht de drempel terug tevoorschijn. Even bol als zes maanden eerder leek die ons te willen uitlachen. De katalysator van het hele zootje had al dat bruut geweld zonder moeite overleefd. Alsof het, afgerond onder de last van zijn dagen, ons zocht te introduceren in het buigen. Ons tot nederigheid wou aanzetten voor de loeten van het lot en de illusie van controle wou verleren. Hoe ook echte drempels mensen lessen leren.

Maar daarjuist heeft hij de strijd dan toch verloren. Waar het bolle hout lag, gaapt nu een gat. De arduin is ondertussen ook besteld. Zo gaat het altijd. Ervaring wint het op het einde nooit van jeugd. Dat moet wel goed zijn voor de soort, dat weten we van Darwin. Erover zeuren helpt geen mens vooruit.

En de deur? Die gaat vreemd genoeg nog steeds niet dicht. Zouden drempels ook een geest hebben?

zondag 13 juni 2010

De badkamer

Het heeft best lang geduurd maar nu is het dan toch zover. Botte ongenuanceerde ergernis. Dan wil ik vloeken spuwen in het aangezicht van hen die ik voor de gelegenheid de stempel onbekwaam heb opgedrukt. Dan zou ik ze bij de schouders willen grijpen en door elkaar schudden om hen te wijzen op hun miserabel falen. Ze bij het nekvel grijpen en hen met de neus in hun zielige gebrek aan toewijdig en talent wrijven om ze uiteindelijk met een schop onder hun luie kont voorgoed het half afgewerkte huis uit te trappen. Dan word ik cynisch als geen ander en schrijf ik mails in zure zwarte gal. Ik herken dan in mezelf de archetypische arrogante en betweterige vent die ik meestal netjes weg kan moffelen, die als ik hem in een ander tegenkom, zo kan misprijzen. Niet dat iets van dat alles ooit al te fel of onverbloemd naar buiten straalt. De eerste lading is altijd voor mijn vrouw en af en toe ook wel voor een verre vriend. Die mogen dan aanhoren hoe ik de mensheid ben gaan haten. Als geen ander kunnen ze me dan sussen. Ze verdoven, enkel door te luisteren en een welgemeende knik of subtiele houding van hoofd of handen, de razende vuurzee in mijn kop. Dan gaat het nog wat liggen sissen om me uiteindelijk toch weer tot het besef te brengen dat niet ingeloste verwachtingen telkens weer hun oorsprong vinden in de verwachtingen zelf, en maar zelden bij hen die ze verondersteld worden in te lossen.

De badkamer, de aanleiding van al die heftigheid, wordt voor ons ontworpen door een interieurarchitecte die we zonder extra kosten bij de diensten van het architectenbureau krijgen. Als iets een zootje is geworden dan is het wel de badkamer. Het ontwerp krijgt voorlopig het voordeel van de twijfel. Of het straks allemaal handig in dagelijks gebruik wordt moet nog blijken, maar op het voor leken begrijpelijk 3D plannetje in vierkleuren druk zag het er wel netjes uit. En verder klopte er niets. Onze keukenman, ook aangesproken om de badkamer in mekaar te timmeren, een man van weinig woorden en veel praktijk, stond er wat beduusd naar te staren terwijl hij zijn schrijnwerkerij aan het opmeten was. "Ik krijg nooit zo een gedetailleerd uitgewerkt ontwerp. Jammer dat het weinig te maken heeft met jullie badkamer", was zijn laconieke bedenking. Daarop ging hij met meter, notaboekje en potlood aan de slag. Het plan eindigde in een hoekje.

Naast de klassieke spulletjes die een mens deze dagen in zijn badkamer kwijt wil, moet er in ons geval ook een trap naar een hoger gelegen waskamer komen, moet de afzuigbuis van de dampkap door de badkamer passeren en hebben we op aanraden gekozen voor een epoxy vloer.

Het dampkapgat was al voorgeboord zowel in het dak als in de vloer van de badkamer. Daar had de aannemer voor gezorgd. Netjes boven elkaar en volgens plan en ook op een volledige verkeerde plaats. Een nieuw gat in het afgewerkte dak leek technisch geen optie en een nieuw gat in de badkamervloer boven de kookplaat kon ook al niet vanwege allerlei leidingen in de vers gegoten chape. Na veel gepalaver werd er dan maar gekozen om ergens halfweg de boor in de vloer te zetten zodat dampkapbuis straks ergens in een stuk meubel weggemoffeld kan worden op haar kronkelige weg van keuken naar dak.

De trap van badkamer naar waskamer bleek al even lastig te organizeren. Op plan was het geen probleem maar de details van hoe die trap aan het bad moest aangewerkt worden, daar had niemand bij stilgestaan. Het plan eindigde dus ook deze keer aan de zijlijn en er ontstond een geanimeerd gesprek tussen aannemer, architect en loodgieter. We stonden er wat naar te kijken tot er plots werd voorgesteld een extra muurtje van een meter tussen bad en trap te metselen. Dat zag mijn vrouw dan weer niet zitten. Ze kon het zich maar moeilijk voorstellen. De architect, eens je haar aandacht hebt altijd bereid te helpen, begon direct te schetsen. Onnodig vond mijn vrouw die op zoek ging naar een stuk bouwafval van het juiste formaat om als virtuele muur te dienen. In geen tijd stond er een modelmuurtje. Minder werk dan tekenen en beduidend realistischer. De aannemer kon er om lachen, de architecte ook, zei het iets minder overtuigend. Het voorstel met het muurtje, daarvan was iedereen wel overtuigd, werd terug afgevoerd.

Ook de vloer moest even doorgesproken. Op een avond werden de epoxy specialist van dienst en onze schrijnwerker aan elkaar voorgesteld. Een groter contrast is moeilijk denkbaar. De schrijnwerker met zijn taal wars van alle overbodigheid en de epoxyman die was blijven hangen in zijn blinkend verkopersjargon. Hij had nog wel een praktische vraag en ook een tip of twee, maar dan kwam zijn iPhone boven en moesten we bewonderend kijken naar alle epoxy projecten die hij in binnen- en buitenland met groot succes en navolging schitterend had afgewerkt. Zo had hij een eigen collectie vloeren ontworpen en of ons dat niet interesseerde. Echt niet nee, die van ons wordt grijs, zo steek ik straks minder af bij het tanden poetsen. Terwijl de schrijnwerker zich stiekem verwijderde, ratelde het vloerorakel aan één stuk door. Bij elke iPhone foto een succesverhaal. Terloops passeerde ook zijn eigen loft. Gekocht om te weten waarvoor hij ging werken. Eerst had hij een huis, maar dat had hij door "omstandigheden" moeten verkopen voegde hij er aarzelend aan toe. Dat die extraverte brave man gescheiden was wisten we zo dan ook alweer. Of die bijeenkomst wel zo nuttig was is trouwens lang niet duidelijk. De interieurarchitecte, die op geen uurtje werken kijkt, was mee afgekomen om alles op te volgen en te coördineren. Achteraf moest de aannemer wel zelf naar het epoxywonder bellen, want of die trap nu in steen of multiplex moest, was met al dat geleuter iedereen ontgaan.


En nu? Nu begint week 24. Dat is volgens de planning van een paar maanden terug de laatste week van de verbouwing. Ondanks herhaalde vragen om een aangepaste planning op te maken lijkt zich niemand daar om te bekommeren. Dat de electriciteit nog steeds niet is afgewerkt (week 22), de sanitaire toestellen (week 23) er niet staan omdat de muur om de toiletten aan op te hangen is vergeten, de pleisterwerken voor buiten nog moeten starten (week 22), baart blijkbaar nog steeds geen zorgen. "Alles komt op tijd in orde", blijft de architecte ongehinderd door wat er op de werf gebeurt (of niet gebeurt), herhalen. Ik geloof er geen snars van. Maar, zo heb ik met de jaren ook geleerd, of ik me nu erger of ga zitten koppen in een hoekje met mijn handen in mijn schoot, het speelt geen rol. Het geraakt wel af, als het af is, maar binnen twee weken zal dat niet zijn.

Dus oefen ik maar verder in onthechting. Ik adem in, adem uit, adem…..

donderdag 3 juni 2010

Hangpot

De rode cijfers van de wekker zijn langer onderweg naar 'zes' dan anders. Vroeger 'op' mag niet van mezelf, ook al duurt het verdwijnen van de nacht langer dan gewoonlijk. Na al die jaren is er regelmaat ontstaan. In de week gunt mijn hoofd mijn lijf een uur of vijf. Daarna schakelt het terug aan. Eerst nog twijfelend. Zoals de eerste vogel die de dageraad aftast. Een enkele gedachte die ergens uit een droom naar boven stapt en twijfelt of ze wel bewust wil worden. Maar eens die grens doorbroken zwelt het gekwetter in geen tijd aan, tot een niet te harden kabaal. Slapen is dan wel voorbij. Het is vermoeiend, wakker liggen met een hoofd vol troep die overal naartoe wil maar nergens heen leidt. Als uiteindelijk de cijfers naar "06:00" verspringen, is dat altijd weer een opluchting. Eens rechtop kalmeert de draaikolk tot rechtlijnigheid. Nog steeds geen stilte, maar het scheelt toch wat in herrie. Dan kan ik, net zoals de volgeltjes, wat rond gaan fladderen en hoef ik niet meer met mezelf te liggen tateren.

Minuten later, de eerste caffeïne. Beter spul om de laatste sluimerende spoken te verjagen is ondenkbaar. Nog een uurtje en er verschijnt ander leven in het minihuisje. De dag vertrekt dan echt. Dan moet er melk op tafel, tot tanden poetsen worden aangezet, en de nintendo moet opzij want de schoolpoort opent zodadelijk haar kindverslindende muil. Als dat allemaal zonder al te grote drama's lukt, dan weet ik dat de dag ok zal zijn.

Vandaag is zo een dag. Zo'n dag die alles heeft om helemaal ok te worden. Buiten hangt de ochtendkoelte en de late lente zon. Veel meer dan de zomer is dat 'mijn' periode van het jaar. Met een fiets en een step en de kinderen naar school. De innigheid van het afscheid mindert maand per maand. Ze schamen zich nog net niet voor hun grijze vergezeller. Zo hoort dat ook vermoed ik.

Zodra de schoolpoort ze heeft ingeslikt, de fiets terug op en naar het werk. Een hand in mijn, zak, een hand aan het stuur, mijn hoofd in de wolken, mijn gedachten bij verbouwen en toiletten. Niet ongevaarlijk in de immer fietsonvriendelijke ochtendspits. De oorzaak van die misplaatste bezigheid is een vrachtwagen vol mobiele toiletten die passeert. Hoe kom je ertoe vraag ik me af. Sta je op een blauwe maandag op en stel je vast: "mijn toekomst is toiletten gaan verhuren" ? Stap je naar een bank en leen je een hoop centen om een voorraad aan te leggen? Hoe maak je dan je "business plan"? Ondernemers zijn zowieze al vreemde wezens, maar om dan ook nog met mobiele toiletten te gaan leuren. Maar nuttig is het wel. Ook voor onze kakelverse deur staat een groene doos. Die van ons heet "ecotoilet". Zelfs de naam van de werftoilet moet klinken in de markt. Vreemd dat ze die niet afsluiten dacht ik onlangs. Nu en dan passeert er volk op straat wat zich verveelt, of omdat ze kansarm zijn, vinden dat ze spiegels van auto's mogen trappen of in brievenbussen kunnen plassen. Dat zo'n ongesloten toiletbox er zo netjes bij blijft staan. Achteraf vertelt de aannemer dat je die spullen met wekelijkse poetsbeurt huurt, en dat gedoe met sloten het maar moeilijk maakt voor zij die moeten. Verder functioneert de ecobox als doorgeefluik van onze voordeursleutel. Een deurmat in vermomming. Het voelt wat onwennig aan te weten dat de sleutel daar te grabbel ligt, maar met een slot dat aan het einde van de maand wordt vervangen, zal het wel ok zijn.

Als er al een twistpunt is ontstaan in al die maanden vol van keuzes, dan is dat het toilet. Niet die ecobox, maar het echte spul wat hopelijk ooit binnen komt te staan voor ons en onze gasten. Staan? Nu ja, het moest hangen, want dat is makkelijk in onderhoud. En verder komt zo'n ding in duizend vormen. Ik wou een duur model zonder gaten voor de ophanging, mijn vrouw een goedkoper maar met gaten. "Maar dat verzamelt zoveel stof", zei ik. "Alsof jij daar last van hebt", zei zij. Zij had gelijk, ik kreeg mijn zin. Gelukkig denk ik nu. Anders zou de ophanging duurder komen dan de pot. Die ophanging, of vooral de prijs ervan, verscheen onaangekondigd op de offerte. De sanitaire kleine lettertjes. Iedere verkoper zijn trukendoos om kopers te misleiden. Ik vroeg het me nog af. Zijn er dan die zichzelf een hangtoilet zonder ophanging aanschaffen?

Nog even en ze zijn er, het koppel op te hangen potten. Week 23 komt de loodgieter de sanitaire toestellen installeren. Ik reserveer mezelf het recht er als eerste op te gaan zitten. Zou het, zoals mijn bureaustoel, zachtjes veren en ook in de hoogte verstelbaar zijn? Voor een ophanging van die prijs zou dat toch moeten kunnen?