
Het huis is lentemoe en laat zijn schouders hangen. De verbouwing leidt aan bloedarmoede. Je merkt het als je binnen wil. De deur pruttelt tegen bij het openen. De bescherming van de gangvloer, een kwartjaar eerder vakkundig aangebracht, krult op en duwt wie binnen wil terug buiten. Misschien schaamt het huis zich voor de chaos. Als je met wat moeite in de gang geraakt, hoor je ergens binnenin een zachte diepe rommelende zucht. De ziel die twijfelt tussen weemoed en opstandigheid.
"Kijk dan toch wat je hebt aangericht. Onleefbaar en chaotisch heb je me gemaakt. Waar blijft dan al dat werkvolk dat me ging vernieuwen? Zonder ramen, zonder deuren. Geen stromend water of elektriciteit. Ben je nu tevreden?". En wat later: "Ach weet je, blijf hier nu maar weg. Ik ben te stoffig voor kantoorkledij. Laat me maar, ik heb je niets te bieden. Verkommeren kan ik best alleen".
Melancholisch klinkt het, alsof het terugdenkt aan de tijd dat het gasten nog ontvangen kon, er water uit de kraan kwam en warmte uit de radiator. Toen er ramen in de muren stonden om zijn bewoners en bezoekers te behoeden voor de kille buitenwereld. Het lijkt soms te verlangen naar zijn onderhouden tuintje vrij van bouwtroep her en der verspreid. Droomt het van de lange warme zomeravonden? De geur van houtskool en geroosterd vlees op rode wijn gedragen. Gemoedelijke stemmen die de open ramen van de buren binnendrijven. Gezelligheid die nooit zou mogen eindigen.
Niets van dat alles staat nog overeind vandaag. Een ruïne in versgebakken snelbouwsteen. Een vernieuwde achterkant met grote gaten waarlangs de regen en de wind ongevraagd zichzelf naar binnenlaten. Verminkt en onbewoonbaar is het huis vandaag. Het lijkt wel even of het nooit meer goed zal komen.
Toegegeven, de vormen van de nieuwe kamers beloven beterschap, de open ruimtes bieden plaats voor veel meer licht en lucht dan voorheen, maar al weken gebeurt er nauwelijks iets. Een verloren slijpschijf heeft onlangs nog groeven in de nieuwe stenen gekrast, en een eenzame betrouwbare electricien heeft er voorlopig nutteloze draden in getrokken, maar verder beweegt er al weken enkel nog de op de wind gedragen stofwolken die zich ongehinderd op de trap, de gang, de ingepakte meubels nestelen.
Ach, allicht zijn het projecties. Straks, als de blauwe lucht niet enkel licht maar ook zonnewarmte brengt en als de winter uit mijn bloed is verjaagd door vitaminekuren, lukt het ongetwijfeld beter. De bezetters zijn al aangekondigd, de tegels straks besteld. Met de muren wit, de zaak winddicht en een heuse vloer om op te lopen zal het er al snel heel anders uit gaan zien. Dan kan er weer gemeten worden voor de keuken en het bad. Met wat geluk en optimisme raakt dat ook nog net op tijd geïnstalleerd zodat we straks proper kunnen eten in al dat nieuws.
Het komt wel goed, dat weet ik zeker, maar even mocht de tijd wat sneller gaan wat mij betreft.
Dag Peter,
BeantwoordenVerwijderenIk heb je blog recent otndekt en net helemaal gelezen.
je had het vroeger met ons moeten delen, want het is echt heel leuk geschreven. Ik hoop dat alles goed loopt, en kijk er naar uit binnenkort meer te lezen.
Veel groetjes voor iedereen,
Jeroen